Historie

De eerste culturele Europese route

Rond het jaar 1000 was Europa een lappendeken van volkeren en talen. De verschillende stammen zagen elkaar als concurrenten in de strijd om de landbouwgebieden. Elk volk achtte zichzelf superieur aan de andere stammen. Oorlogen en veten beheersten het leven. Het Rijk van Karel de Grote omstreeks 800 was een eerste aanzet tot pacificatie, maar de weg naar het ene Europa zou nog zeer lang zijn. De figuur van Karel de Grote bleef eeuwenlang het symbool van de verhoopte vrede.
Een van de middelen om de Europese eenheid en de verbroedering van de volken en culturen te bevorderen was de pelgrimage naar Compostela. De pelgrims, uit alle delen van Europa op weg naar het heiligdom in Spanje, symboliseerden de Europeanen die zich tezamen inzetten voor het ene doel: een welvarend en vredelievend werelddeel. Een doel dat nog "in de verte" lag.
In alle grotere Europese steden, ook in Leeuwarden en Harlingen, wezen de Jakobsstraten de richting van de stad "op het veld van de ster".
De Europese Gemeenschap heeft daarom de Jacobswegen uitgeroepen tot de eerste Culturele Route van Europa en stimuleert de ontwikkeling ervan. Het Genootschap van Sint Jacob in Friesland werkt samen met andere organisaties aan de verbinding van ons Jabikspaad met het Europese stelsel van Pelgrimswegen.
De aardse weg spiegelde zich in de lucht: in de zomernachten wijst de Melkweg aan de hemel de weg naar Finisterra "het einde der aarde".
Een kroniek uit 1100 vertelt dat Karel de Grote in een droom een weg van sterren langs de hemel zag; beginnend bij de Friese Zee -de Noordzee- en over heel Europa buigend naar Galicië. Jacobus verscheen hem en beloofde hem: "Tot het einde van de tijd zullen pelgrims van zee tot zee trekken".
Toen Friezen en Hollanders omstreeks 1500 een nieuw dorpje aan de "Friese Zee" stichtten noemden ze dat "Sint-Jacobiparochie". Nu heet het in onze eigen talen: "Sint Jabik".
In de Islam wordt de Melkweg met de pelgrimage naar Mekka verbonden. In de winternachten wijst de Melkweg boven ons Jacobspad aan de Islamitische Friezen de goede richting. Zo kan ons pad een beeld blijven van een veelkleurig, vredig Europa.

Doel van de pelgrims naar Sint Jacob

De Heilige Jacobus in de Pórtico de la Gloria Naast de reeds genoemde doelen: de vereniging van de volkeren van Europa en de herkerstening van Spanje zijn nog een aantal andere doelen te noemen.

In de eerste bloeitijd van de Pelgrimage (1000-1100) had de weg vooral een spiritueel doel: de inwijding in de leer van het christendom; een wandelende catechese, een zoektocht naar God. Boven de westpoort van de kathedraal van Compostela was volgens Almery Picot, de schrijver van de eerste Gids, de Verheerlijking van Jezus op de Berg Thabor te zien. De bedevaart kon verstaan worden als het beklimmen van de Heilige Berg om daar God te ontmoeten. De datum van het feest van Sint Jacob, 25 juli valt ook kort voor het feest van Christus "Salvator" op de Thaborberg: 6 augustus. Vooral mensen van adel en geestelijken gingen de weg naar Compostela.
In de tweede bloeiperiode (1400-1500) was de bedevaart op de eerste plaats een boetebedevaart. Vooral na zware misdrijven werden misdadigers naar het Graf van de "Zoon van de Donder" in Galicië gestuurd. De eerste Nederlandse boetepelgrim was de valsemunter Asing die, gezonden door Freek van Hallum, omstreeks 1150 vanuit Mariëngaarde naar Jeruzalem, Rome en Santiago vertrok. De bedevaart naar Santiago werd nu een "wandelende reclassering" en daarmee minder elitair: "everymans pilgrimage". In de zestiende en zeventiende eeuw kreeg de bedevaart een negatief imago: "jacqueterie" stond voor struikroverij. Het pelgrimskleed werd tot boeven - en piratenpak.
In de baroktijd en de romantiek werd de pelgrimage verbonden met het pure leven. "Terug naar de natuur", terug naar ongecompliceerde levensvormen en kinderlijk geloof.
De opleving van de pelgrimage in onze tijd is een voortzetting van de romantische beleving. Het katholiek -christelijke- is nog meer op de achtergrond geraakt. De pelgrimage wordt verstaan als een intensieve wijze van leven; dicht bij het lichaam, dicht bij de natuur. Levensweg en pelgrimsweg worden met elkaar verbonden. Men maakt de pelgrimage naar Santiago ook als overgangsrite: van studententijd naar beroepsleven, van beroepsleven naar pensionnering, of na een diep ingrijpende ervaring van bijvoorbeeld ziekte of scheiding. Men neemt de pelgrimsstaf op om tot een nieuwe levensoriëntatie te komen.